Verlatingsangst en slaap

Gepubliceerd op 26 juli 2024 om 16:03

Verlatingsangst kan de slaaproutine van je baby of peuter flink verstoren, maar het is een normale fase in hun ontwikkeling. Huilbuien bij het weggaan of zelfs als je nog in dezelfde kamer bent, zijn herkenbare tekenen. Ontdek hoe je verlatingsangst kunt herkennen, waarom het voorkomt, en hoe je je kind kunt helpen om hiermee om te gaan. Lees verder voor praktische tips en strategieën om de slaap van je kindje te verbeteren ondanks verlatingsangst, zodat jullie beiden rustiger de nacht doorkomen.

Verlatingsangst is een normale fase in de ontwikkeling van elke baby en peuter, maar kan de slaaproutine flink verstoren. Verlatingsangst is "de normale angst en bezorgdheid die baby's voelen wanneer ze van hun ouders worden gescheiden of door vreemden benaderd worden."

Als ouders herkennen we allemaal het moment waarop onze baby begint te huilen zodra we weglopen, soms zelfs als we nog in dezelfde kamer zijn! Hoewel we begrijpen waarom ze huilen, is het toch hartverscheurend.

Hoe herken je verlatingsangst?

  • Klampt zich aan je vast
  • Prikkelbaarder tijdens de wakkere periodes
  • Wil vaker vastgehouden worden
  • Huilt zodra je wegloopt of de kamer verlaat

Waarom hebben kinderen verlatingsangst?

Kinderen worden zich meer bewust van hun omgeving en hun verzorgers. Ze beginnen een sterke band te voelen en weten dat ze geliefd zijn door jou! Dit is een positieve ontwikkelingsfase die vanzelf weer overgaat.

Wanneer gebeurt verlatingsangst?

  • Rond 6 maanden: Kinderen ontwikkelen objectpermanentie, wat betekent dat ze weten dat je er nog bent, ook als ze je niet zien. Ze beginnen onderscheid te maken tussen bekenden en vreemden, wat soms tot verlatingsangst leidt.
  • Rond 8-10 maanden: Baby's begrijpen dagelijkse routines beter. Zelfs als ze gewend zijn aan de opvang, kunnen ze van streek raken als je hen achterlaat, wat tot tranen van verlatingsangst leidt.
  • Tweede jaar: Verlatingsangst kan terugkomen tussen 14 en 21 maanden, met een piek tussen 14 en 18 maanden. Peuters kunnen dan nieuwe bedtijdprotesten of tranen hebben elke keer dat je de kamer verlaat.

Verlatingsangst kan ook opvlammen bij grote veranderingen zoals verhuizen, de komst van een nieuw broertje of zusje, of de start van een nieuwe opvang. Veel persoonlijke aandacht en ondersteuning kunnen dan helpen.

Wat kun je doen om verlatingsangst te verminderen?

  • Geleidelijke scheiding: Oefen korte momenten van scheiding en terugkeer. Zeg bijvoorbeeld "Ik ben zo terug" als je even de kamer verlaat en begroet je kindje vrolijk bij terugkomst. Spelletjes zoals kiekeboe kunnen ook helpen.
  • Geen stiekem vertrek: Verlaat je kind niet stiekem. Dit kan de angst verergeren. Zeg liever een kort en geruststellend afscheid zoals "Ik hou van je en ik kom altijd terug."
  • Moedig zelfstandig spelen aan: Blijf in de buurt terwijl je kind zelf speelt. Dit helpt hun zelfvertrouwen en onafhankelijkheid te vergroten.
  • Leer communicatie: Leer je kind eenvoudige woorden of gebaren om hun behoeften te uiten. Dit helpt gezonde grenzen te stellen en duidelijk te communiceren.

Verlatingsangst en slaap

Het eerste teken dat verlatingsangst de slaap beïnvloedt, is protest bij bedtijd. Je kindje weet dat je weggaat en heeft nog geen besef van tijd, dus hij weet niet hoe lang het duurt voordat hij je weer ziet.

Tips om slaap te bevorderen ondanks verlatingsangst:

  • Consistente bedtijdroutine: Gebruik dezelfde routine om je kindje voor te bereiden op slaap, zoals: bad, voeding, boekje lezen, slaapzak aan, liedje zingen, welterusten! Vermijd nieuwe slaapgewoonten zoals in slaap wiegen, want dit kan een nieuwe gewoonte worden.
  • Voorspelbaarheid: Gebruik vertrouwde boeken en liedjes om je baby te troosten. Herhaling helpt hen om zich comfortabel te voelen.
  • Positieve associaties: Breng overdag tijd door in hun kamer om positieve associaties te creëren.
  • 'Ik hou van jou' ritueel: Geef je peuter keuzes zoals het uitkiezen van 3 dingen om welterusten te zeggen, het licht uitdoen en samen een liedje zingen.
  • Troosten in de nacht: Als je kind 's nachts huilt, is het prima om hem te troosten (wacht even om te zien of hij zichzelf kan kalmeren). Houd het saai en kort, en haal hem bij voorkeur niet uit het bedje. Maak je aanwezigheid niet iets waar hij naar uitkijkt. Je wilt wel troost bieden, maar geen nieuwe gewoontes creëren.
  • Consistentie: Wees zo consistent mogelijk. Als je de ene nacht elke keer troost biedt bij het huilen, maar hem de volgende nacht laat huilen, zul hij zich juist nog harder vastklampen. Kies een aanpak en houd je eraan, ook overdag.

Door deze strategieën toe te passen, kun je de verlatingsangst van je kind helpen verminderen en zorgen voor een rustiger slaaproutine voor zowel je kind als jezelf.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.